1. Psalm
Bij elke les wordt een psalm gezocht die nauw aansluit op de kern van de les. Om dit te benadrukken, zijn kernwoorden in de psalm dikgedrukt. Onder elke psalm worden nog suggesties gedaan voor andere psalmen en ook voor enkele liederen (Gele Zangbundel).

2. Levensvragen
De levensvragen die gegeven worden, hangen nauw samen met de centrale levensvraag die als startpunt wordt genomen voor de behandeling van de les. Deze vragen formuleren soms net op een andere manier dezelfde gevoelens of gedachtes en kunnen daarom gebruikt worden als achtergrondinformatie.

3. Doelstellingen
Elke les heeft drie doelstellingen, die bewust voor de catechisanten zijn geformuleerd. Ze beginnen vaak met: ‘Je weet …’ of ‘Je snapt’. De doelstelling is tevens ook de kern van de les.

4. Hoofdlijnen
De hoofdlijnen laten in een kort overzicht zien hoe de verschillende kernonderdelen van de les (levensvraag – Bijbelgedeelte – Geloofsleer) met elkaar samenhangen. Zo wordt snel duidelijk hoe de les in hoofdlijnen in elkaar steekt.

5. Verbindingen
Elke les telt een groot aantal van verbindingsmogelijkheden, die in drie categorieën onder te verdelen zijn: gespreksvragen, stellingen en verbindingen. Bij elke verbinding is nagedacht hoe er verbinding gemaakt kan worden met de (leefwereld) van catechisanten. De verbindingen kunnen later in de les weer aangehaald worden om de stof direct toe te passen, of juist later weer in de verwerking terugkomen.

6. Brugzin
De brugzin geeft in een enkele zin aan hoe de overstap van de verbinding naar het Bijbelgedeelte is te maken. Omdat er een verscheidenheid aan verbindingen is, dekt deze niet altijd voor iedere verbinding de lading.

7. Bijbelgedeelte
Het Bijbelgedeelte heeft een heel centrale plek in elke les. Voorafgaand aan de uitgebreide exegese van het Bijbelgedeelte, wordt eerst de Kern, de Toelichting kern en Achtergrondinformatie (context) gegeven. Onder elke tekstuitleg staan er vragen (vaak gebaseerd op de exegese) die aan catechisanten gesteld kunnen worden. Als laatste wordt er een puntsgewijze opsomming gegeven van wat er van dit Bijbelgedeelte geleerd kan worden.

8. Geloofsleer
In de geloofsleer worden lijnen vanuit het Bijbelgedeelte (door)getrokken. De geloofsleer bevat in eenvoudige bewoordingen de leer die de kerk belijdt. Er wordt naar gestreefd om in de geloofsleer zoveel mogelijk de belijdenisgeschriften na te spreken. Soms worden zaken nader toegelicht en uitgelegd als hier in de belijdenisgeschriften zelf niet veel woorden aan wordt gegeven, omdat het (bijvoorbeeld) als bekend wordt verondersteld.

9. Geloofsbelijdenis
De relevante stof uit de belijdenisgeschriften volgt op de geloofsleer. Hierin zit vaak bewust overlap, zodat de zojuist behandelde geloofsleer, nu als verwerking nog kan worden doorgenomen. In de methode wordt gebruik gemaakt van de klassieke vertaling van de belijdenisgeschriften, met moeilijke of onbekende woorden tussen [haakjes]. Daarnaast zijn kernwoorden of -zinnen dikgedrukt gemaakt.

10. Meme
Elke les bevat ook een meme (spreek uit: miem). Dit is een ludiek plaatje, die tegelijkertijd een boodschap bevat. Voor catechisanten zijn memes heel bekend. Omdat niet elke meme meteen duidelijk is, staat er onder de meme een uitleg.

11. Verwerkingen
Na de behandeling van de stof, volgt er in ieder les een scala aan verwerkingen. In de verwerkingen wordt ernaar gestreefd om daadwerkelijk de behandelde stof te herhalen. Dit kan op tal van manieren. Enkele voorbeelden zijn: quiz, invulopdracht, goed of fout?, woordzoeker, kruiswoordpuzzel, filmpje en vele andere vormen.

12. Samenvatting
Elke les wordt afgesloten met de samenvatting. Dit is in drie punten een antwoord op de doelstelling die aan het begin is gegeven.

Zelf een les samenstellen

Een les bestaat uit veel onderdelen die (wanneer ze allemaal behandeld worden), nooit in drie kwartier te doen zijn. Het is daarom van belang dat het helder is hoe uit een selectie van deze lesonderdelen een behapbare les te maken is. Hiervoor kunt u de pagina 'Gebruik' raadplegen.

Methode